De Westelijke Sahara
Dagboek
Saai...?

Na Tiznit begint het web van Marokkaanse wegen te rafelen en na Guelmim blijft er nog maar één spindraad over, de N1. Die spindraad is overigens, gerekend vanaf Tiznit, bijna vijftienhonderd kilometer lang tot de Mauritaanse grens. Aan die spindraad hangen wat vangdruppels: Tan Tan, Tarfaya, Laâyoune, Boujdour en Dakhla zijn de grootste. Tussen Tan Tan en Tarfaya (tweehonderd kilometer) ligt het dorp Sidi Akhfenir, tussen Tarfaya en Laâyoune (honderdtien kilometer) Tah en Darwa, tussen Laâyoune en Boujdour (tweehonderd kilometer) ligt Lemsid dat ik over het hoofd zag omdat het zo klein is en grotendeels verlaten en tussen Boujdour en Dakhla (driehonderd kilometer) liggen nog twee tankstations. Na Dakhla komt niets meer dat de moeite van het vermelden waard is, behalve het laatste Marokkaanse tankstation op tachtig kilometer van de grens. En verder, vanaf Tiznit: links woestijn en rechts woestijn. Niets. Wat verspreide lage struikjes. Hier en daar een zandduin. Vijftienhonderd kilometer. Saai? Ik ben wel wat gewend. De weg volgt de kust zodat ik zicht heb op de zee waar grote donkere regenwolken hangen die op het land aandrijven en dan oplossen tot vriendelijke schapenwolkjes. Saai? Ik moet natuurlijk letten op het verkeer. Er is weinig verkeer, zeker na Laâyoune, en juist daarom moet je extra opletten. Ik ben een keer door een vrachtautochauffeur met getoeter en lichtsignalen tot de orde geroepen omdat de wind me langzaam naar het wegmidden dreef zonder dat ik het bemerkte. Er staat een harde noordenwind en die heb ik meestal in de rug maar ook soms van opzij. Het voortdurende gebulder van de wind in mijn helm is niet bevorderlijk voor de concentratie. Ik houd me wakker met het lezen van de tekens langs de weg. Steenhopen met een stuk autoband er op of een oliebus er naast. Een markering maar waarvoor? 'Hier verloor ik een band', 'Ik ben hier, aan het einde van het spoor', 'Dit is van mij', 'Olie te koop'? Wie zal het zeggen? Hier en daar zijn taluds aangelegd die eindigen in een stenen muur. Wat is daarvan de bedoeling? Zouden het kanonstellingen kunnen zijn, oefenplaatsen van het leger? Die duinen, dat zijn sikkelduinen, als de sikkel van de maan, en de opening is altijd naar het noorden. Dat betekent dat de noordenwind hier de overheersende windrichting is. Ach, het is te doen en het is koel. Weet je wat erg is? Een strakblauwe hemel, de hitte van de oven, de zon die zo fel is dat je door je oogharen moet kijken, zand dat over de weg stuift en dat allemaal urenlang. Dat is pas erg en zo erg is het niet.