De woestijn heeft veel gezichten. Geomorfologische gezichten zoals de "serir", de grindwoestijn, de "erg" ofwel de zandwoestijn en de "hamada" (steenwoestijn). En vegetatiekundige gezichten zoals de woestijnsteppe.
Dit is de hamada, een steenwoestijn, in de buurt van de Meroë archeologische site.
De woestijnsteppe.
In de woestijnsteppe leven nomaden met dromedarissen en geiten.
De woestijnsteppe.
Een veel voorkomende struik in de woestijn: Maerua crassifolia, behoort tot de kappertjesfamilie (Capparaceae)
Maerua crassifolia; close-up van blad en bloem.
Dit is de bittere komkommer (Citrullus colocynthis); komt vooral voor in laagtes.
De vrucht van de bittere komkommer is van binnen taai, droog en dradering.
Na regen zwelt de vrucht op, laat los en is gereed voor voortplanting.
De bloem van de bittere komkommer.
Dit is de serir: een woestijnlandschap met een grindlaag aan het oppervlak.
De serir is een saai landschap. Ongeveer 20% van het woestijnoppervlak bestaat uit serir.