De Byzantijnse brombeer en de Ottomaanse ballerina
Dagboek
De Byzantijnse brombeer en de Ottomaanse ballerina

Istanbul: hoofdstad van het Byzantijnse rijk en van het Ottomaanse. Welke andere stad was ooit tweemaal hoofdstad van een supermacht? De symbolen van die machten beloeren elkaar van korte afstand: de Hagia Sophia en de Blauwe Moskee. De Byzantijnse brombeer en de Ottomaanse ballerina.

Steek je de Galatabrug over en ga je naar links de heuvel op, dan kom je in het historische hart van de stad met de Hagia Sophia – de kerk van de Heilige Wijsheid - en de Blauwe Moskee. De Hagia Sophia: gesloten als een Duitse bunker uit de Atlantikwal, in afbladderend oudroze. Een bezoek kost vijftien miljoen lira, de prijs van tien broodjes bij de Galatabrug. Zo massief en gesloten als de Hagia Sophia er van buiten uitziet, zo ruimtelijk en open is ze van binnen. De koepel is enorm. Er staat een grote steiger in aan de hand waarvan ik de hoogte kan schatten. Zo'n zestig meter en de koepel is ongeveer vijfendertig meter in doorsnede. Een enorme ruimte omdat de koepel niet op pilaren maar direct op de muren rust. De zijgalerijen, beneden en boven, hebben de breedte van een rijweg. De Hagia Sophia is gigantisch, het grootste bouwwerk uit de Byzantijnse tijd, en tegelijkertijd: niets, alleen maar ruimte! En licht! Er zijn veel meer lichtopeningen dan aan de buitenkant is te zien en het binnenvallende licht wordt weerkaatst en gekleurd door de gouden mozaïeken en de schilderingen van de koepel en de wanden. Een heelal gevuld met het Licht van de Glorie van God! In 1453 veroverde Mehmet II de stad en maakte een einde aan de lange doodstrijd van het Byzantijnse rijk. Het moet voor Mehmet een triomf van orgastische kwaliteit zijn geweest om deze ruimte te paard binnen te rijden en uit te schreeuwen 'van mij!' Ik was er niet bij maar hij heeft het vast en zeker uitgeschreeuwd. Mehmet heeft de Hagia Sophia wel veroverd maar niet bedwongen. Natuurlijk hebben hij en zijn opvolgers geprobeerd haar te islamiseren. Een nis, een preekstoel, een loge voor de sultan, een huisje voor de muezzin. Ach, het verdwijnt allemaal in die enorme ruimte. Aan de wanden zijn ter hoogte van de bovengalerij grote schilden met gekalligrafeerde Koranteksten opgehangen. Ze zijn zeker zes meter in doorsnede maar in die ruimte niet meer dan zielige zegeltjes. Aan de buitenzijde zijn minaretten geplaatst: belachelijk iele paaltjes om het monster in bedwang te houden. Mehmet en zijn opvolgers hebben zich danig in de Hagia Sophia verslikt!

Sultan Ahmet I heeft eieren voor zijn geld gekozen en een moskee laten bouwen tegenover de Hagia Sophia. De Blauwe Moskee is een toonbeeld van gratie: een ballet van koepeltjes, langzaam oprijzend tot die ene grote koepel. Het bezoek is gratis maar een donatie wordt wel op prijs gesteld. Ik geef drie miljoen lira en krijg voor elke vijfhonderdduizend een kwitantie. Letterlijk staat er op: schuldbewijs voor hulp. Die biljetjes heb ik zorgvuldig bewaard want je weet maar nooit wanneer een dergelijk bewijs voor een christen van pas komt. Van binnen is de Blauwe Moskee veel intiemer dan de Hagia Sophia. De moskee is óók groot maar loopt niet uit op het 'niets' van de Hagia Sophia. Dat komt omdat de koepel op pilaren rust en dus veel meer naar binnen staat. Ahmet's architect had het goed begrepen: het gaat er om de goddelijke macht te eren zonder de wereldlijke te kleineren. In de Blauwe Moskee werd de sultan niet onbeduidend. De Hagia Sophia en de Blauwe Moskee houden elkaar al eeuwen in de gaten: de oude Byzantijnse brombeer beloert de Ottomaanse ballerina.